Publicaties
Hoe kunnen we de moeilijkste vragen beantwoorden?
Stel je voor dat een ingenieur van een autofabrikant bij zijn Raad van Bestuur komt met één simpele vraag. "We hebben goed nieuws, de zelfrijdende auto staat klaar buiten! We moeten echter één keuze nog maken. In de meest uiterste situatie dat de auto moet ingrijpen, komt dan de bestuurder te overlijden of het kind dat voor de auto staat?" Wat doe je dan als eindverantwoordelijke om die vraag te beantwoorden?
Deze vraag is een impactvolle, hoe kun je echter die keuze maken? Mercedes deed het in ’14 en de Duitse overheid beantwoordde deze vraag tevens, twee jaar later. Opvallend resultaat was dat de uitkomst volledig tegenovergesteld was.
Mijn interesse is gewekt. Wat deden ze in die bestuurlijke kamers, hoe kwamen ze tot hun besluitvorming? Volgden ze de methodiek van een Socrates gesprek? Of gebruikten ze de Dilemma methode of het Utrecht model zoals we dat in de zorg sector reeds kennen voor het beantwoorden van ethische vragen?
Hoe je een dergelijke vraag beantwoordt, is vandaag de dag steeds relevanter in combinatie met de ontwikkelingen op Artificial Intelligence (AI). Die ontwikkeling maakt namelijk dat de moeilijke vragen misschien niet anders zijn, maar wel heel expliciet gemaakt moeten worden, de AI Robot gaat namelijk “namens” ons handelen. En als we zelf al niet eens weten hoe we zo’n vraag kunnen beantwoorden, hoe dragen we dan de verantwoordelijkheid over aan AI Robots, die namens ons gaan handelen.
Leren van de ander
In de afgelopen periode mocht ik voor mijn E-MBA een eerste onderzoek doen naar het beantwoorden van deze vraag: hoe beantwoorden we de moeilijkste vragen? De ethische vragen. Welke proces doorlopen we? Doorlopen we überhaupt een proces? Kun je voor het beantwoorden van ethische vragen wel een proces doorlopen of is het juist inherent aan dit soort vragen dat je eigen moreel besef hierin leidend moet zijn?
Het bespreken van dit vraagstuk leverde mooie gesprekken op, maar veelal ook een verrassende uitkomst, namelijk; géén idee hoe we dit soort vragen goed kunnen beantwoorden. De medische sector lijkt hierin voorop te lopen, terecht en begrijpelijk. Daar worden dagelijks stevige keuzes gemaakt die een goede afweging vragen, keuzes die soms gaan over leven en dood. Wat kunnen we van hen leren? Waar kunnen we onze processen verbeteren?
De ethische uitdaging in de financiële sector?
In de financiële sector zien we belangrijke en goede ontwikkelingen, we maken afspraken over ons gedrag (denk concreet aan de bankierseed), we zien de ontwikkeling van moreel kompassen, de oprichting van ethische commissies, etc. Deze ontwikkelingen zien we helaas ook genoodzaakt vanuit het besef dat er weinig vruchtbare bodem was voor het vertrouwen in de sector. De reputatie was besmet door immoreel onethisch gedrag waar soms het eigenbelang prefereerde boven het klant of deelnemersbelang. Juist in deze sector waar het vertrouwen van cruciaal belang is, kunnen we het verschil maken als we proberen zo goed mogelijk onze keuzes te maken en in staat zijn onze keuzes passend uit te leggen, juist ook de meest moeilijke.
Hoe doe je dat?
Tijdens het onderzoek kwam ik de drie ethische check vragen tegen van Norman Vincent Peale en Kenneth Blanchard. Simplistisch in z’n eenvoud, tegelijkertijd intrigerend in zijn dimensie. Op drie niveaus wordt een persoon gevraagd een ethisch vraagstuk te bezien. Vanuit de wettelijke kaders (is it legal?), vanuit de gebalanceerdheid (is it balanced?) en vanuit het gevoel (how does it make me feel about myself).
Een mooie overeenkomst die we hierbij kunnen maken zijn de drie woorden die bekend zijn van Aristotales: logos, pathos en ethos. De koppelingen met legal, balanced and feeling zijn daarmee eenvoudig te maken. Een ander relevant aspect voor het verdere onderzoek, in combinatie met de impact van AI, was dat je op meerdere niveaus gebruik kon maken van data. Daarmee een insteek die voldoende aanleiding gaf tot verder onderzoek vanuit het perspectief van deze vragen.
In samenwerking met twee professoren, en vier experts zijn we aan de slag gegaan in een Delphi studie om op deze vragen te verdiepen en te kijken of dat voorbeeld uit 1988 nog steeds zijn relevantie kent in de praktijk van vandaag de dag.
En het antwoord is ja, met daarbij een “update”
Het eerste onderzoeksresultaat was helder. Jazeker is deze insteek waardevol om te gebruiken in het dagelijkse leven van vandaag de dag om de meest moeilijke vragen te beantwoorden. Echter, het vraagt wel om een update en enkele fundamentele aanpassingen.
Niveau 1: Hoe voel ik me hierbij?
In het onderzoek kwam naar voren dat het gevoelsaspect bijzonder belangrijk is in het beantwoorden van deze vragen, zodanig dat een verdere verdieping daarop wenselijk was en een andere prioritering vraagt in de volgorde van vragen. Dit kun je doen met behulp van de publiciteitstest, generalisatie en spiegeltest. Met drie verdiepende vragen kun je het gevoelsvraagstuk objectiever maken. In basis is namelijk je gevoel niet objectief. Bij het beantwoorden is het belangrijk dat je ook het langzame denkproces aanzet in het overwegen. Dus niet alleen het snelle intuïtieve gedeelte van je brein, maar juist de combinatie van beide zijn hierin relevant.
Niveau 2: Is het in balans (per stakeholder)?
Ook qua gebalanceerdheid is het van belang om te verdiepen en stil te staan bij het vraagstuk, ten behoeve van wie is deze keuze eigenlijk gebalanceerd? Wie zijn de relevante stakeholders in dit vraagstuk? Een belangrijke nuance daarbij is dat als je bezig bent met het beantwoorden van dit vraagstuk vanuit de verschillende stakeholders er op dit niveau een recheck van belang is. Namelijk, specifieke aandacht voor diegene die lijden onder dit vraagstuk. Niet per definitie als insteek hen hierin te compenseren maar wel voor bewustwording van juist deze kwetsbare groep. Door de primaire focus op de uitkomst van het antwoord zou deze belangrijke groep mogelijk overgeslagen kunnen worden.
Niveau 3: Is het wettelijk toegestaan?
Het laatste niveau is de wettelijke check. Is het wettelijk toegestaan? Dit te beantwoorden vanuit wetgeving maar mogelijk ook vanuit het perspectief qua vastgestelde kaders van het bedrijf waarvoor je werkzaam bent. Interessant hierbij is dat Peale en Blanchard begonnen met dit vraagstuk en na het verder onderzoek we juist heel bewust hiermee willen eindigen. Waarom? Simpelweg zou je kunnen zeggen dat als je begint met het beantwoorden van dit vraagstuk vanuit het wettelijk kader je automatisch in de valkuil trapt dat het wettelijke kader mogelijk te beperkend is. Juist in de combinatie met AI zien we dat het van belang is verder te kijken dan de dag van vandaag. De ontwikkelingen gaan snel en het wettelijk kader kan dit nauwelijks bijhouden. Dat zou kunnen inhouden dat indien je start met dit vraagstuk vanuit het huidige kader, je automatisch achter de feiten aanloopt in plaats van voorop.
Recheck: Klopt het nog steeds met level 1?
En toch is er nog een laatste final check aan toegevoegd. Heel bewust. Indien je alle drie de niveaus hebt doorlopen is de finale check of de uitkomst bij het laatste niveau nog steeds in lijn is met het eerste. Daarmee borg je het begin en einde van het proces door een integrale aaneengeschakelde ketting.
In onderstaand overzicht is het ethisch raamwerk voor besluitvorming gepresenteerd. Dit betreft het vereenvoudigde model. In de studie is namelijk nog een stap verder gegaan met de impact van AI. Waar zouden wij bijvoorbeeld AI kunnen inzetten om deze vragen nog beter te beantwoorden vanuit data die we met behulp van AI Robots toevoegen in onze analyse.
Doorpakken in promoveren
Inmiddels is het voor mij steeds duidelijker geworden dat ik dit thema niet wil loslaten en ik mag hierop doorpakken met het promotie onderzoek.
Het onderwerp raakt me, en ik besef dat deze eerste stap slechts een aanloop was die om verdere verdieping vraagt. Het theoretische model vraagt meer diepgang, vraagt analyse van concrete praktijkervaringen, biedt ook kansen om te analyseren of AI werkelijk fase 2 & 3 kan invullen. Maar juist voor mij ook de ambitie om een breder draagvlak en impact te creëren en daarmee te voorkomen dat het slechts een academische werkelijkheid blijft en geen concrete toepassing kent. Uiteindelijk is het de goede dialoog die centraal staat in het moreel ethisch leiderschap.
In onderstaande publicatie kun je meer lezen over het eerste onderzoek, er zijn op verzoek ook fysieke exemplaren beschikbaar.
Stel je voor dat een ingenieur van een autofabrikant bij zijn Raad van Bestuur komt met één simpele vraag. "We hebben goed nieuws, de zelfrijdende auto staat klaar buiten! We moeten echter één keuze nog maken. In de meest uiterste situatie dat de auto moet ingrijpen, komt dan de bestuurder te overlijden of het kind dat voor de auto staat?" Wat doe je dan als eindverantwoordelijke om die vraag te beantwoorden?
Deze vraag is een impactvolle, hoe kun je echter die keuze maken? Mercedes deed het in ’14 en de Duitse overheid beantwoordde deze vraag tevens, twee jaar later. Opvallend resultaat was dat de uitkomst volledig tegenovergesteld was.
Mijn interesse is gewekt. Wat deden ze in die bestuurlijke kamers, hoe kwamen ze tot hun besluitvorming? Volgden ze de methodiek van een Socrates gesprek? Of gebruikten ze de Dilemma methode of het Utrecht model zoals we dat in de zorg sector reeds kennen voor het beantwoorden van ethische vragen?
Hoe je een dergelijke vraag beantwoordt, is vandaag de dag steeds relevanter in combinatie met de ontwikkelingen op Artificial Intelligence (AI). Die ontwikkeling maakt namelijk dat de moeilijke vragen misschien niet anders zijn, maar wel heel expliciet gemaakt moeten worden, de AI Robot gaat namelijk “namens” ons handelen. En als we zelf al niet eens weten hoe we zo’n vraag kunnen beantwoorden, hoe dragen we dan de verantwoordelijkheid over aan AI Robots, die namens ons gaan handelen.
Leren van de ander
In de afgelopen periode mocht ik voor mijn E-MBA een eerste onderzoek doen naar het beantwoorden van deze vraag: hoe beantwoorden we de moeilijkste vragen? De ethische vragen. Welke proces doorlopen we? Doorlopen we überhaupt een proces? Kun je voor het beantwoorden van ethische vragen wel een proces doorlopen of is het juist inherent aan dit soort vragen dat je eigen moreel besef hierin leidend moet zijn?
Het bespreken van dit vraagstuk leverde mooie gesprekken op, maar veelal ook een verrassende uitkomst, namelijk; géén idee hoe we dit soort vragen goed kunnen beantwoorden. De medische sector lijkt hierin voorop te lopen, terecht en begrijpelijk. Daar worden dagelijks stevige keuzes gemaakt die een goede afweging vragen, keuzes die soms gaan over leven en dood. Wat kunnen we van hen leren? Waar kunnen we onze processen verbeteren?
De ethische uitdaging in de financiële sector?
In de financiële sector zien we belangrijke en goede ontwikkelingen, we maken afspraken over ons gedrag (denk concreet aan de bankierseed), we zien de ontwikkeling van moreel kompassen, de oprichting van ethische commissies, etc. Deze ontwikkelingen zien we helaas ook genoodzaakt vanuit het besef dat er weinig vruchtbare bodem was voor het vertrouwen in de sector. De reputatie was besmet door immoreel onethisch gedrag waar soms het eigenbelang prefereerde boven het klant of deelnemersbelang. Juist in deze sector waar het vertrouwen van cruciaal belang is, kunnen we het verschil maken als we proberen zo goed mogelijk onze keuzes te maken en in staat zijn onze keuzes passend uit te leggen, juist ook de meest moeilijke.
Hoe doe je dat?
Tijdens het onderzoek kwam ik de drie ethische check vragen tegen van Norman Vincent Peale en Kenneth Blanchard. Simplistisch in z’n eenvoud, tegelijkertijd intrigerend in zijn dimensie. Op drie niveaus wordt een persoon gevraagd een ethisch vraagstuk te bezien. Vanuit de wettelijke kaders (is it legal?), vanuit de gebalanceerdheid (is it balanced?) en vanuit het gevoel (how does it make me feel about myself).
Een mooie overeenkomst die we hierbij kunnen maken zijn de drie woorden die bekend zijn van Aristotales: logos, pathos en ethos. De koppelingen met legal, balanced and feeling zijn daarmee eenvoudig te maken. Een ander relevant aspect voor het verdere onderzoek, in combinatie met de impact van AI, was dat je op meerdere niveaus gebruik kon maken van data. Daarmee een insteek die voldoende aanleiding gaf tot verder onderzoek vanuit het perspectief van deze vragen.
In samenwerking met twee professoren, en vier experts zijn we aan de slag gegaan in een Delphi studie om op deze vragen te verdiepen en te kijken of dat voorbeeld uit 1988 nog steeds zijn relevantie kent in de praktijk van vandaag de dag.
En het antwoord is ja, met daarbij een “update”
Het eerste onderzoeksresultaat was helder. Jazeker is deze insteek waardevol om te gebruiken in het dagelijkse leven van vandaag de dag om de meest moeilijke vragen te beantwoorden. Echter, het vraagt wel om een update en enkele fundamentele aanpassingen.
Niveau 1: Hoe voel ik me hierbij?
In het onderzoek kwam naar voren dat het gevoelsaspect bijzonder belangrijk is in het beantwoorden van deze vragen, zodanig dat een verdere verdieping daarop wenselijk was en een andere prioritering vraagt in de volgorde van vragen. Dit kun je doen met behulp van de publiciteitstest, generalisatie en spiegeltest. Met drie verdiepende vragen kun je het gevoelsvraagstuk objectiever maken. In basis is namelijk je gevoel niet objectief. Bij het beantwoorden is het belangrijk dat je ook het langzame denkproces aanzet in het overwegen. Dus niet alleen het snelle intuïtieve gedeelte van je brein, maar juist de combinatie van beide zijn hierin relevant.
Niveau 2: Is het in balans (per stakeholder)?
Ook qua gebalanceerdheid is het van belang om te verdiepen en stil te staan bij het vraagstuk, ten behoeve van wie is deze keuze eigenlijk gebalanceerd? Wie zijn de relevante stakeholders in dit vraagstuk? Een belangrijke nuance daarbij is dat als je bezig bent met het beantwoorden van dit vraagstuk vanuit de verschillende stakeholders er op dit niveau een recheck van belang is. Namelijk, specifieke aandacht voor diegene die lijden onder dit vraagstuk. Niet per definitie als insteek hen hierin te compenseren maar wel voor bewustwording van juist deze kwetsbare groep. Door de primaire focus op de uitkomst van het antwoord zou deze belangrijke groep mogelijk overgeslagen kunnen worden.
Niveau 3: Is het wettelijk toegestaan?
Het laatste niveau is de wettelijke check. Is het wettelijk toegestaan? Dit te beantwoorden vanuit wetgeving maar mogelijk ook vanuit het perspectief qua vastgestelde kaders van het bedrijf waarvoor je werkzaam bent. Interessant hierbij is dat Peale en Blanchard begonnen met dit vraagstuk en na het verder onderzoek we juist heel bewust hiermee willen eindigen. Waarom? Simpelweg zou je kunnen zeggen dat als je begint met het beantwoorden van dit vraagstuk vanuit het wettelijk kader je automatisch in de valkuil trapt dat het wettelijke kader mogelijk te beperkend is. Juist in de combinatie met AI zien we dat het van belang is verder te kijken dan de dag van vandaag. De ontwikkelingen gaan snel en het wettelijk kader kan dit nauwelijks bijhouden. Dat zou kunnen inhouden dat indien je start met dit vraagstuk vanuit het huidige kader, je automatisch achter de feiten aanloopt in plaats van voorop.
Recheck: Klopt het nog steeds met level 1?
En toch is er nog een laatste final check aan toegevoegd. Heel bewust. Indien je alle drie de niveaus hebt doorlopen is de finale check of de uitkomst bij het laatste niveau nog steeds in lijn is met het eerste. Daarmee borg je het begin en einde van het proces door een integrale aaneengeschakelde ketting.
In onderstaand overzicht is het ethisch raamwerk voor besluitvorming gepresenteerd. Dit betreft het vereenvoudigde model. In de studie is namelijk nog een stap verder gegaan met de impact van AI. Waar zouden wij bijvoorbeeld AI kunnen inzetten om deze vragen nog beter te beantwoorden vanuit data die we met behulp van AI Robots toevoegen in onze analyse.
Doorpakken in promoveren
Inmiddels is het voor mij steeds duidelijker geworden dat ik dit thema niet wil loslaten en ik mag hierop doorpakken met het promotie onderzoek.
Het onderwerp raakt me, en ik besef dat deze eerste stap slechts een aanloop was die om verdere verdieping vraagt. Het theoretische model vraagt meer diepgang, vraagt analyse van concrete praktijkervaringen, biedt ook kansen om te analyseren of AI werkelijk fase 2 & 3 kan invullen. Maar juist voor mij ook de ambitie om een breder draagvlak en impact te creëren en daarmee te voorkomen dat het slechts een academische werkelijkheid blijft en geen concrete toepassing kent. Uiteindelijk is het de goede dialoog die centraal staat in het moreel ethisch leiderschap.
In onderstaande publicatie kun je meer lezen over het eerste onderzoek, er zijn op verzoek ook fysieke exemplaren beschikbaar.
Publicaties - downloads
Moral and Ethical Leadership in a Digitalized Financial Industry - Paper | |
File Size: | 5005 kb |
File Type: |
Moral and Ethical Leadership in a Digitalized Financial Industry - Presentation | |
File Size: | 837 kb |
File Type: |
Tijd voor bedrijfsethiek
Van moreel besef naar normen stellen
Ethische dilemma ’s in de financiële sector
Jop Versteegt
‘Gaan we offreren of niet?’ met die vraag starten we de vergadering, een vraag die standaard met ‘ja’ beantwoord wordt. Vandaag is het anders, en is de eerste reactie van iedereen vrij kort: “Dat kunnen we toch nooit doen?”
We hebben een offerte-aanvraag ontvangen van een tabaksfabrikant om de pensioenregeling van haar werknemers uit te voeren. Investeren in tabaks-fabrikanten is vandaag de dag in de financiële sector een eenvoudig vraagstuk, dat doe je niet. Die lijn volgend, ga je uiteraard ook niet de pensioenen regelen voor de medewerkers van het bedrijf, toch?
Aan de besluitvormingstafel ontstaat discussie, opvattingen worden gedeeld en de ene mening valt over de ander. Na enige tijd ontstaat er meer een dialoog en wordt ook de reflectie erbij gepakt die gemaakt is met behulp van een ethisch stappenplan. Eén van de collega’s had het vraagstuk namelijk voorbereid.
Het ethische stappenplan bestaat uit een reeks vragen, en op elke vraag had de collega een conceptantwoord voorbereid. Dit leidt tot een verdieping van het gesprek en het onderzoeken van meerdere perspectieven. En dan komt plots de grote vraag op tafel ‘is de secretaresse dan een slecht mens dat we haar pensioen niet willen regelen?’. Iedereen valt stil en merkt dat de eigen normen en waarden geraakt worden met deze vraag. De discussie neemt een andere wending en resulteert in een gewijzigde beslissing, namelijk, onder bepaalde voorwaarden besluiten we toch een offerte uit te brengen...
Dit voorbeeld van investeren in de tabaksindustrie is voor mij een kenmerkend voorbeeld van ethische vraag- stukken in mijn dagelijks werk in de financiële sector. We worden regelmatig geconfronteerd met dilemma’s die raken aan onze persoonlijke normen en waarden. En omdat ‘tijd’ simpelweg ook ‘geld’ kost, moet dat besluitvormingsprocessen bij voorkeur zo efficiënt mogelijk zijn. Vaak leidt de eerste instinctieve reactie bij een ingewikkeld vraagstuk dan ook tot snelle besluitvorming, maar bij nader inzien blijkt deze vanuit moreel perspectief niet altijd de beste keuze te zijn. Betekent dit dat onze eerste intuïtie per definitie fout is? Dat zou een te snelle conclusie zijn. De vraag is of ons antwoord anders wordt, of zelfs beter, als we eerst een stap terugzetten voordat we direct een conclusie trekken. Ik denk van wel. Er ontstaat meer ruimte voor morele twijfel wanneer we langer en gestructureerd stilstaan bij ingewikkelde situaties. Hoewel dit logisch klinkt, moeten we de toegevoegde waarde van een morele reflectie wel toetsen.
Het is evident dat complexe vraagstukken idealiter vragen om in zijn volledigheid te overdenken, echter, binnen de financiële sector hebben we te maken met een open marktwerking. Concreet: de prijs die de consument betaalt staat continu onder druk, en daarmee dus ook beschikbare tijd. En als er tijd beschikbaar zou zijn, dan wordt die bij voorkeur eerder geïnvesteerd in groei en ambitie, dan uit- gebreide reflectie over het nog beter doen van het goede.
Op dit moment werk ik onder begeleiding van Muel Kaptein en Marius van Dijke aan mijn proefschrift over de effectiviteit van normatief ethische besluitvormings- modellen. In hoofdstuk een en twee zijn al twee van dit soort modellen of stappenplannen besproken. In dit essay wil ik graag enkele van mijn eerste onderzoeksbevindingen delen. In de kern denk ik dat we door een stappenplan te volgen beter om kunnen gaan met morele dilemma’s en deze omgang ook beter kunnen verantwoorden. In dit hoofdstuk geef ik een reeks argumenten voor het gebruik van een normatief ethisch besluitvormingsmodel.
Het gehele hoofdtuk is te lezen in de 'Tijd voor bedrijfsethiek' , de bundel is te bestellen bij: https://eburon.nl/product/tijd-voor-bedrijfsethiek/
Deze bundel met bijdragen van wetenschappers en professionals biedt perspectieven op bedrijfsethiek. De eerste hoofdstukken gaan over een stappenplan om morele vraagstukken, bijvoorbeeld omtrent veiligheid op het werk, verantwoord leiderschap en privacy aan de orde te stellen. De andere hoofdstukken gaan over politiek, recht en compliance in relatie tot bedrijfsethiek.
Bedrijfsethiek is essentieel voor het navigeren door morele dilemma’s en het versterken van integriteit binnen organisaties. De bundel benadrukt het belang van een systematische aanpak van ethische vraagstukken, waarbij zowel theoretische inzichten als praktische casuïstiek worden gecombineerd om een diepgaand begrip van morele verantwoordelijkheid in de bedrijfswereld te bevorderen. Het doel is om professionals te inspireren en uit te rusten met de tools en reflecties die nodig zijn om ethisch te handelen in complexe zakelijke omgevingen, en daarmee bij te dragen aan een rechtvaardiger en duurzamer bedrijfsleven.
De bijdragen zijn van: Edgar Karssing, Bart Jansen, Ronald Jeurissen, Wim Dubbink, Marloes de Jong, Arnt Mein, Björn Kijl, Geert Vermeulen, Jop Versteegt en Jelle van Baardewijk.
Van moreel besef naar normen stellen
Ethische dilemma ’s in de financiële sector
Jop Versteegt
‘Gaan we offreren of niet?’ met die vraag starten we de vergadering, een vraag die standaard met ‘ja’ beantwoord wordt. Vandaag is het anders, en is de eerste reactie van iedereen vrij kort: “Dat kunnen we toch nooit doen?”
We hebben een offerte-aanvraag ontvangen van een tabaksfabrikant om de pensioenregeling van haar werknemers uit te voeren. Investeren in tabaks-fabrikanten is vandaag de dag in de financiële sector een eenvoudig vraagstuk, dat doe je niet. Die lijn volgend, ga je uiteraard ook niet de pensioenen regelen voor de medewerkers van het bedrijf, toch?
Aan de besluitvormingstafel ontstaat discussie, opvattingen worden gedeeld en de ene mening valt over de ander. Na enige tijd ontstaat er meer een dialoog en wordt ook de reflectie erbij gepakt die gemaakt is met behulp van een ethisch stappenplan. Eén van de collega’s had het vraagstuk namelijk voorbereid.
Het ethische stappenplan bestaat uit een reeks vragen, en op elke vraag had de collega een conceptantwoord voorbereid. Dit leidt tot een verdieping van het gesprek en het onderzoeken van meerdere perspectieven. En dan komt plots de grote vraag op tafel ‘is de secretaresse dan een slecht mens dat we haar pensioen niet willen regelen?’. Iedereen valt stil en merkt dat de eigen normen en waarden geraakt worden met deze vraag. De discussie neemt een andere wending en resulteert in een gewijzigde beslissing, namelijk, onder bepaalde voorwaarden besluiten we toch een offerte uit te brengen...
Dit voorbeeld van investeren in de tabaksindustrie is voor mij een kenmerkend voorbeeld van ethische vraag- stukken in mijn dagelijks werk in de financiële sector. We worden regelmatig geconfronteerd met dilemma’s die raken aan onze persoonlijke normen en waarden. En omdat ‘tijd’ simpelweg ook ‘geld’ kost, moet dat besluitvormingsprocessen bij voorkeur zo efficiënt mogelijk zijn. Vaak leidt de eerste instinctieve reactie bij een ingewikkeld vraagstuk dan ook tot snelle besluitvorming, maar bij nader inzien blijkt deze vanuit moreel perspectief niet altijd de beste keuze te zijn. Betekent dit dat onze eerste intuïtie per definitie fout is? Dat zou een te snelle conclusie zijn. De vraag is of ons antwoord anders wordt, of zelfs beter, als we eerst een stap terugzetten voordat we direct een conclusie trekken. Ik denk van wel. Er ontstaat meer ruimte voor morele twijfel wanneer we langer en gestructureerd stilstaan bij ingewikkelde situaties. Hoewel dit logisch klinkt, moeten we de toegevoegde waarde van een morele reflectie wel toetsen.
Het is evident dat complexe vraagstukken idealiter vragen om in zijn volledigheid te overdenken, echter, binnen de financiële sector hebben we te maken met een open marktwerking. Concreet: de prijs die de consument betaalt staat continu onder druk, en daarmee dus ook beschikbare tijd. En als er tijd beschikbaar zou zijn, dan wordt die bij voorkeur eerder geïnvesteerd in groei en ambitie, dan uit- gebreide reflectie over het nog beter doen van het goede.
Op dit moment werk ik onder begeleiding van Muel Kaptein en Marius van Dijke aan mijn proefschrift over de effectiviteit van normatief ethische besluitvormings- modellen. In hoofdstuk een en twee zijn al twee van dit soort modellen of stappenplannen besproken. In dit essay wil ik graag enkele van mijn eerste onderzoeksbevindingen delen. In de kern denk ik dat we door een stappenplan te volgen beter om kunnen gaan met morele dilemma’s en deze omgang ook beter kunnen verantwoorden. In dit hoofdstuk geef ik een reeks argumenten voor het gebruik van een normatief ethisch besluitvormingsmodel.
Het gehele hoofdtuk is te lezen in de 'Tijd voor bedrijfsethiek' , de bundel is te bestellen bij: https://eburon.nl/product/tijd-voor-bedrijfsethiek/
Deze bundel met bijdragen van wetenschappers en professionals biedt perspectieven op bedrijfsethiek. De eerste hoofdstukken gaan over een stappenplan om morele vraagstukken, bijvoorbeeld omtrent veiligheid op het werk, verantwoord leiderschap en privacy aan de orde te stellen. De andere hoofdstukken gaan over politiek, recht en compliance in relatie tot bedrijfsethiek.
Bedrijfsethiek is essentieel voor het navigeren door morele dilemma’s en het versterken van integriteit binnen organisaties. De bundel benadrukt het belang van een systematische aanpak van ethische vraagstukken, waarbij zowel theoretische inzichten als praktische casuïstiek worden gecombineerd om een diepgaand begrip van morele verantwoordelijkheid in de bedrijfswereld te bevorderen. Het doel is om professionals te inspireren en uit te rusten met de tools en reflecties die nodig zijn om ethisch te handelen in complexe zakelijke omgevingen, en daarmee bij te dragen aan een rechtvaardiger en duurzamer bedrijfsleven.
De bijdragen zijn van: Edgar Karssing, Bart Jansen, Ronald Jeurissen, Wim Dubbink, Marloes de Jong, Arnt Mein, Björn Kijl, Geert Vermeulen, Jop Versteegt en Jelle van Baardewijk.
See for more info and publications also: ResearchGate